DE WIJZEN
Gedicht van John E. DeCock
Zij kwamen van t' oosten en volgden de ster.
"Dat 's echt niet veel licht"- 't geen ik dacht -
Hun reis duurde lang; zij kwamen van ver,
God's Zoon was geboren die nacht.
Maar wie zijn die wijzen, wat was in hun hart?
't Is een raadsel en heus niet zo klaar.
Er zijn sprookjes en fabels, 't verhaal is verward,
wat is er nu werkelijk van waar?
Wat men ook beweert, - 't zij juist of verkeerd,-
die koningen of wie het ook zij,
"Hoe kwam 't dat ze kwamen? Wat deed hen tesamen
aanbidden met giften erbij?"
Denk niet dat 'k dit raadsel een oplossing geef.
Hoe snel ook deez' woorden van mij.
Ik blijf bij de feiten die Matheus eens schreef
en niets voeg ik daar dan nog bij.
Maar wat is de reden dat juist in God's word,
uitvoerig 't verhaal wordt verteld?
En elk jaar rond Kerstfeest je telkens weer hoort
wat onze traditie vermeldt?
De les die ik vond - geeft klaarheid terstond
Zo gooi dit gedicht nog niet weg.
Mijn raad is "lees door - en luister en hoor
`en overdenk dan wat ik zeg".
Deez' koningen, wijzen, wichelaars of wat
hadden enkel het licht van de ster.
Hun wijsheid was dit, dat ze gingen op pad;
zij gingen op reis van zo ver.
Hun tocht was wel moeilijk, - maar zij volgden het licht -
soms heet, gevaarlijk of koel.
Zij weken niet af, de ster in het zicht,
zij reisden, bewust van hun doel.
Hun wijsheid was groot - daar 't vrede ontsloot -
Hun kennis was klein, maar wat 's meer
Steeds zoekend en wagend - en serieus vragend
ontdekten ze uiteind'lijk hun Heer!
En toen ze Hem vonden, werd dat hun behoud -
ze legden hun schat aan Zijn voet.
Hun wierook en mirre en kostbaar echt goud;
geschenken zo waardig en goed.
't Was goud voor hun Koning, de wierook voor God,
de mirre verkondigt Zijn dood.
Tezaam' met hun offers, vertrouwend hun lot,
ervoeren Zijn liefde zo groot.
En na de begroeting en na de ontmoeting,
de ster wees niet langer de baan,
in dromen God's woord werd nu duid'lijk gehoord;
zij leerden Zijn stem te verstaan.
DUS
zet op je kamelen, de wijzen de ster
en steek je in sierlijke kleren.
Zing van de Koningen, die kwamen van ver,
om samen het kind te vereren.
Maak klaar voor het kerstfeest met spijs en met drank.
Vraag heel de famlie te gast.
Zing blije Noels en breng Gode dank,
maak plannen die ieder verrast.
Maar wat je ook doet, - begrijp dit heel goed -
"De wijzen zijn 't navolgen waard".
Pas dan wordt het feest - wanneer onbevreesd -
Je Jezus van harte aanvaardt!
_____